De nieuwe missionarissen.

De heren van The Phoenix Foundation doorboren mijn trommelvliezen en gaan zo het gevecht aan met het inheems gezang dat de buschauffeur heeft opstaan. Trachten om dat kleine beetje westersheid waar ik me zo aan vastklamp een plek te geven in deze vreemde cultuur. Een alledaagse strijd dus, waarvan ik niet altijd besef dat ik hem voer. Vandaag wuif ik Barbara uit, drie dagen lang compagnon en stagebegeleidster in Nimlaha’kok om Inneke en mezelf de bomen in het bos te tonen. Dat we die niet meer zagen wordt me pas duidelijk wanneer ze hier is. Spraakwatervallen, zuchten, vragen en anekdotes wisselen zich op recordtempo af. Dat we hier graag zijn maar dat het met momenten ook al eens dik kan tegenvallen. Dat uzelf tegenkomen 24 op 24 al eens te veel kan zijn, laat staan elkaar. Oplossingen worden geboden, structuur en hart onder de riem worden geïnstalleerd, schoenen gekocht en tortilla’s gedeeld. Onze bagage neemt ze weer mee naar België, al is dat ook letterlijk want lege plek in een rugzak moeten we natuurlijk benutten.
Ze laat me achter met lichtere schouders en een berg motivatie, klaar om die thesis en dat project eens flink aan te pakken. Thesisgewijs koos ik een onderwerp en een manier om hierrond een duurzaam product op te stellen. Een foto-expositie dus. Portretten van bewoners van Nimlaha’kok die ik bevraag over vrede, wat is vrede voor hen en hoe wordt hieraan gewerkt in Nimlaha’kok. In een land dat nog niet zo lang geleden in staat van oorlog was en waar ook nu nog regelmatig gevechten plaatsvinden lijkt me dit een boeiende vraag. Mijn Spaans bijschaven en op zoek naar een tolk Q’eqchi-Spaans dus. Al staat het allemaal nog niet zwart op wit en moet ik nog wat brainstormen, ik heb er alvast zin in.
Klinkt niet nieuw genoeg hoor ik u denken, waar is de uitdaging? Dat was mijn eerste idee alvast, al stel ik misschien wat hoge eisen. Maar geloof me, in een taal die je niet spreekt, in een behoorlijk gesloten cultuur die niet de jouwe is en in een land waar je als eerste groep studenten naartoe gaat vind ik dit al heel wat. Want er valt hier nog heel wat te ontdekken en te onderzoeken maar een mens moet ergens beginnen. De basis leggen voor verder onderzoek of zoiets, ik weet het niet. Soit, ik ben eigenlijk ontzettend geïnteresseerd in dit onderwerp en ik heb er zin in, pakt dat ik dat het belangrijkste vind om dit moment.

Ik ontmoet Alfonso Huet, een Belg die al meer dan dertig jaar in Guatemala woont en er getrouwd is met een inheemse vrouw. Hij werkt bij de Desarrollo Integral Comunitario Indígena (Adici), een NGO die zich inzet voor de ontwikkeling van de indigenabevolking in het Q’eqchi gedeelte. Een vat vol kennis en een man met een visie die hij beiden graag met ons deelt. Hij schreef onder andere een boek over de burgeroorlog en hoe die Cobàn en zijn gemeenten trof. Die zijn we trouwens volop aan het lezen. Heel boeiend dus en heel handig om iemand in de buurt te hebben met zoveel kennis over de gewoonten, gebruiken, geschiedenis, etc.
Hij liet ons ook kennismaken met een vrouw die al ettelijke jaren in Cobàn woont en hier als zuster naartoe kwam met het klooster van Leuven. Haar naam ontgaat me even maar ze is een rasechte West-Vlaamse, van Oostende en dan nog iets onverstaanbaars over ‘de noen’. Ik ben niet helemaal mee maar het is behoorlijk gezellig. Jammer dat Lucy Loes haar niets zei of ik had een concerto ten beste gegeven in mijn mooiste West-Vlaams. (Hieeee ze mej zieeeeejkapitin, hieee, ze mej zieeeee….). Maar ze is blij om nog eens Nederlands met iemand te spreken en om de nieuwe generatie missionarissen te zien. Ik grinnik een beetje bij de gedachte maar gooi haar droom niet aan diggelen door te zeggen dat ik als rasechte ketter niet gedoopt ben, laat staan iets met missionarissen te maken heb.
Wanneer ik haar vraag of ze zelf Q’eqchi spreekt blijkt dat ze dit niet zo vlot spreekt. Stiekem een geruststelling voor mezelf want deze vrouw woont hier al dertig jaar. Ik heb nog wel wat tijd om de taal onder de knie te krijgen dus. Al zegt ze het zelf veel mooier met de woorden “ja ik spreek dat niet zo goed gelijk mijne collega, allez die spreekt dat heel vlot gelijk dat dat zijn moedertaal is hè. Allez ja het is dan ook een beetje nen echten indiaan he” over haar indigina-collega.
Gelukkig beseft Barbara op dat moment dat we snel door moeten naar onze volgende afspraak zodat ik op de gang kan proesten. Heel even voelde ik me deel van een scène uit ‘In de gloria’.

Overmorgen stappen we mee met Alfonso in een mars naar de legerbasis van Cobàn. Hier is men eindelijk begonnen, onder veel internationale druk, aan de opgravingen van de massagraven. Veel familieleden zijn nog steeds op zoek naar de stoffelijke overschotten van hun dierbaren of weten niet wat er met hen gebeurd is. U kan zich vast inbeelden hoe vreselijk het voor hen moet zijn om hun doden niet te kunnen begraven en eindelijk dit hele gebeuren een beetje af te kunnen sluiten. De Mayacultuur hecht bovendien heel veel waarde aan de graven van overledenen en men houdt er speciale ceremonies. Ik hou u op de hoogte!

One Reply to “De nieuwe missionarissen.”

  1. Mijn dochter als missionaris…. ik mag er niet aan denken! Als de ketters dàt ook gaan doen, dan denk ik dat de wereld écht vergaat?

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.