‘Xan look

Vier jaar geleden vertrok ik, zonder Spaans, zonder te weten waar ik aan begon, met een gebroken hart en veel tranen naar een dorp in de brousse van Guatemala. Ik leerde er Spaans, kwam er mezelf tegen en kweekte er een voorliefde voor tostadas met chili en de inwoners van Nimlaha’kok. Dat is althans de korte versie (de lange versie kan je herlezen in de archieven).

Vandaag sta ik opnieuw met mijn hart in mijn handen (zelfde hart, andere breuken) en met mezelf geen blijf wetende in Nimla. De tranen zijn opnieuw niet ver weg maar laten we het deze keer aan een warm en vreugdevol weerzien wijten. Kinderen zijn getrouwd, kregen zelf kinderen, huizen werden afgebroken en comedores opgetrokken: het dorp stond niet stil.

Ik krijg meteen eten voorgeschoteld in het gezin dat me zes maanden en vier jaar lang een warm hart toedragen heeft. Wanneer Santiago me ziet grijpt hij meteen naar de Copal Pom. Kaarsen worden aangestoken en ik krijg een spirituele reiniging. Zijn ogen blinken, de mijne staan vol tranen. Ik was vergeten hoe groot en vol mijn hart kon zijn.

Hoe het met mijn toenmalig lief afgelopen is en of ik al kinderen heb zijn de eerste vragen die ik krijg. Dat er nog menig lief gepasseerd is sinds die tijd en dat kinderen niet op mijn verlanglijst staan doet hen een beetje grinniken. Gekke, oude Belgische vrouw ook (verklaart meteen waarom ze me hier liefdevol Xan Look noemen, of ook wel gek oudje). 

Nu mijn Spaans beter is kunnen we het eindelijk hebben over de zaken in het dorp, hoe het leven voor mij in België was en hoe blij wij zijn om elkaar terug te zien. Man dit doet deugd. 

De volgende dag plant ik samen met de mannen maïs op de milpa (toegegeven, ik kwam er op het ‘schijten van de markt’ -zoals mijn bomma dat zou zeggen- nog snel door), ik leer de vrouwen in het gezin breien en oogst samen met Santiago de honing van zijn bijen in het midden van de jungle. Een week Nimlaha’kok leert me meer over mezelf dan een jaar België, om nog maar te zwijgen van de wonden die het heelt. 

Dat krijgt ge dan, in de middle of nowhere dan kunt ge niet om uwen bagger heen. Ik kan dus weer terugkeren met hervonden stukken van mezelf en een hart vol warmte. Al laat ik steenvast een klein stukje van mezelf in Nimla. 

Dat ik terugkom weten ze nu wel zeker, mijn vorige belofte ben ik immers ook nagekomen. Wanneer valt nog af te wachten. Dat ik hartelijk welkom ben staat als een paal boven water. Wat een gelukzak ben ik, met een warme familie in België én een warme familie in Guatemala.

Dit gek oudje kan er weer even tegen, met zon in haar hart: Sa linch’ool! 

Nu is het voor echt.

We zijn vertrokken. Na twee zenuwslopende maanden zit ik eindelijk op het vliegtuig. Met fancy mister IPad typ ik rustig een blogpostje waarbij ik ondertussen de series bekijk die zich op het scherm voor me afspelen. Want ja, bij United Airways krijgt iedereen zijn eigen beeldbuis. Dikke, vette BOOYAH! Heb ik trouwens al gezegd dat de raampjes hier warm zijn? Geen schrikbewegingen dus wanneer je in je slaap plots met je kaak dat ijskoude raampje raakt. Dat bespaart me op zijn minst een stijve nek van de pogingen om die ervaring te vermijden. Heerlijke dutjes doen hierzo. Na twee vluchten met Iberia (let’s face it: there’s only so much free wine can do) is dat best wel een verbetering. Het eten is zowaar herkenbaar als kip met boontjes dus ik ga helemaal uit mijn dak. Dat is trouwens meteen ook mijn ontbijt, al blijkt dat geen strak plan te zijn. Mijn verteringsstelsel en ik zijn op deze hoogte niet zulke beste maatjes. Met zes maanden bonen en maïs in het vooruitzicht kan ik me dat echter niet aan mijn hart laten komen.

Het vertrek is, hoe kan het ook anders, behoorlijk emotioneel. Veel gesnotter, al heb ik het lang droog kunnen houden. I blame Joke, anders had ik het wellicht zonder tranen kunnen doorstaan. Het idee om mijn Buffel in crime zes maanden niet meer te zien is echter genoeg om me prompt tot een panda om te toveren. Jawel, waterproof mascara had een strak plan geweest. Volop ‘Een Simonneke’ gedaan dus, met dank aan Bert voor de woordkeuze. Een hele delegatie had ik mee om me uit te wuiven: Bert, Joke en een resem aan familieleden. Heel fijn maar wel aardig slikken wanneer je de gate doorgaat. Zes maanden lang wachten op weerzien. Zes maanden lang zijn de Guatemadammen mijn stukje familie ver van huis. Er zullen dus vast weer tranen vloeien op het moment dat ik ook van hen afscheid neem, straks in Guatemala City. Acht uur zullen we dan van elkaar verwijderd zitten, gek idee. Nieuwjaar brengen we alvast samen door, wie weet kunnen we zelfs regelmatig afspreken, maar dat zijn zorgen voor later.

Momenteel voel ik me licht als een veertje, al het drama laat ik achter in België, tijd voor verandering. Al durf ik zulke slogans niet echt meer te gebruiken, uit angst dat er iemand me vraagt wanneer ik nu godverdomme eindelijk mijn plaat ga afzetten. Nog niet meteen dus. De laatste weken voor vertrek waren nog even hevig. Diepe gesprekken, lastige ontmoetingen en andere dingen die ik liever vermeden had. Voor het komende halfjaar verwacht ik van Karma alvast enkel goede dingen (seriously, you owe me). Maar wanneer ik de kaartjes en de briefjes bekijk die ik meeneem op de vlieger besef ik maar al te goed dat ik terug wil komen. Want met zoveel mensen die hier op mij wachten en zoveel lieve dingen over mij schrijven kan ik niet anders. Ik moet immers nog Duvels drinken, brunchen, dansen en Bicky’s eten. Ik ben ontzettend benieuwd hoe jullie wereld zich zal ontwikkelen en wat er allemaal veranderd zal zijn wanneer ik terug ben.

Ik sta mezelf toe om volledig voor euforie te gaan de eerste weken. Ongetwijfeld zal er nog een weerbots komen met zielige blogposts tot gevolg (ik bereid jullie alvast voor) maar nu nog even niet. Nu is alles spannend en geweldig, nu stop ik met dagen tellen en met moeten. Vanaf nu staan mijn zintuigen op scherp en ben ik klaar voor avontuur. Met een zonnecel en een batterij aan chloortabletten komt dat allemaal in orde. Ik kijk er ontzettend naar uit om het dorp te zien waar ik al die tijd zal verblijven. Om nog maar te zwijgen van alle mensen waarmee ik lief en leed zal delen. Benieuwd ook naar het comfort. Zal het echt zes maanden boskakken zijn en water halen zoals ik het me voorstel? Of is er een kraantje en een hudo? Spannend! Op de foto’s die ik zag vond ik het dorp er eigenlijk erg stedelijk uitzien. Met gebouwen uit steen en prachtige natuur, maar goed dat zie ik dan nog wel. Foto’s en updates volgen hopelijk snel.

Eerst deze vliegtuigreis zien te overleven. Straks een overstap in Chicago waar we onze bagage zullen moeten zoeken en op twee uur weer ingecheckt moeten zijn om naar Houston te vliegen. Van daaruit nemen we dan eindelijk de vlieger naar Guatemala City waar ik mijn beste Spaans boven haal. Het is voor echt jongens, tijd voor avontuur!

À la proxima,

Besos y breezers por todos!