Witte sokken in sandalen zijn zooooo Antigua.

Vol enthousiasme sta ik aan de modderweg van ons dorp om vier uur in de ochtend met mijn gsm te zwaaien. De bestuurder van het microbusje laat ons gringas snel instappen. Met vieren op de achterbank, ik heb al slechter gezeten. De drie uur durende rit naar Cobàn wordt ondertussen al een gewoonte. Met muziek in de oren en af en toe een dutje zijn we er snel.
Even mijn schoenen laten poetsen in Cobàn en dan richting ons favoriete hostel. Bij gebrek aan kleiner geld geef ik de man een briefje van honderd quetzales een tiental euro). Dat ik iets te veel vertrouwen heb in de mensheid wordt opnieuw duidelijk, mijn wisselgeld noch de schoenenpoetster zie ik terug. Eigen stomme schuld natuurlijk, ik had het kunnen weten. Denkende dat ik dan toch maar mooi de plaatselijke economie gesteund heb en de man een dag betaalde vakantie bezorgt heb kan ik er toch een beetje om glimlachen.
Hostel Luna heeft ondertussen, net als het team, al een plaatsje in mijn hart verworven. Jeorge staat ons al op te wachten, we hadden hem al gesmst dat we onderweg waren. We krijgen een sleutel van de voordeur waardoor we niet moeten aanbellen. Wat een helden. De uitbaters van het hostel, Lionel en Claudia, zijn altijd enthousiast als ze ons tegenkomen. Dat we altijd welkom zijn en dat dit onze tweede thuis is. Warme woorden die we graag horen. Meteen wordt er een busje naar Antigua geregeld en omdat wij het zijn doen ze er een derde van de prijs af. Vrienden maken was hier duidelijk een goed idee.

In het busje kom ik voor de eerste keer na twee maanden weer in contact met toeristen. Amerikanen en Nederlanders, wat gek om plots iets anders te horen dan Spaans. Om eenvoudigweg Nederlands of Engels te kunnen spreken zonder een halfuur mijn zinnen te vormen in mijn hoofd. Zalig. Gek hoe ik me eigenlijk geen toerist meer voel. Want ja, ik spreek ondertussen al een mondje Spaans, ken de gebruiken van de bevolking en heb niet de behoefte om van elk kwijlend kind een foto te nemen met mijn telelens. Gelukkig maar want die tele-lens bezit ik immers niet. Ik tel zes iphones in het busje waar elf mensen inzitten, niet dat ik moet spreken met mijn iPad maar het valt toch maar op. Verwende westerlingen die we zijn. Ik schaam me zelfs een beetje. Nu ja, tot ik het volgende marktje tegenkom, dan ga ik in afding-modus zoals elke toerist. Schaam op mij maar als ge uw souvenirs ziet zult ge blij zijn. Of ge doet maar alsof.

Antigua doet denken aan de witte stad van Peru, Arequipa. Zelfde koloniale stijl, zelfde sfeer en afgeladen met bejaarden in sandalen met witte sokken. Het is liefde op het eerste zicht. Wanneer het dan ook nog eens 3Q voor een tequila blijkt te zijn (0.30€) weet ik dat het liefde voor het leven is. Vrienden maken gaat hier eenvoudiger dan de weg vinden (al is dat voornamelijk te wijten aan mijn oriëntatievermogen) dus danspartners zijn er voldoende. De tattooshops blijken spotgoedkoop en ik kom behoorlijk in de verleiding maar ik hou het bij een extra gaatje in mijn oor. Althans voor nu. Morgen naar de grootste markt van Guatemala. Ik hou mijn hart al vast en neem een extra koffer mee. Want dat het veel van ‘China us’ gaat zijn staat al vast.
Maar goed, mijn witte sokken liggen klaar en het wordt tijd dat ik nog eens salsa-gewijs met mijn kont ga schudden. U merkt het, niets diepzinnigs dezer dagen, lekker oppervlakkig toerisme. Zalig!

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.