Miek Goes Maya

Net zoals Suske en Wiske blijf ik nieuwe avonturen opzoeken en als dat in de vorm van een alliteratie kan dan sta ik meteen te springen. Dat verklaart meteen de titel van deze blogpost.

Ik denk dat het ongeveer een jaar geleden moet zijn dat ik eens een hele blogpost vol ratelde over wat ik met mijn leven wilde. Iets met zingen, reizen, schrijven en bijdragen aan de maatschappij, daar kwam het enigszins op neer. Ondertussen werd ik toegelaten aan de Katholieke Hogeschool Leuven (KHL voor de vrienden) om er de BanaBa Internationale Samenwerking Noord-Zuid te volgen. Dat houdt in dat ik twee maanden intensief les volg in Leuven. Over globalisering, politiek, economie, methodieken, cultuur en religie en af en toe een streepje Spaans. Soit, u kan er zich vast een beeld bij vormen. Deel twee van de opleiding speelt zich af in het buitenland, in mijn geval in Guatemala. Waar ik zes maanden lang ga stage lopen in een organisatie en er een thesis schrijf.
Binnen twee weken vertrek ik dus, een halfjaar lang laat ik België, mijn vrienden, familie, drama en leven voor wat het is en trek ik naar de Maya’s in Nimlaha’kok.

De Indigenabevolking in Guatemala wordt zwaar gediscrimineerd. De Mestiezen of Ladino’s (het resultaat van Maya’s die zich ten tijden van de Spaanse kolonisatie vermengden met Spanjaarden) zien de Indigena’s (of ‘inheemse bevolking’) als minderwaardig. Deze laatsten spreken immers zelden Spaans maar een, volgens hen, minderwaardig dialect. Theoretisch gezien behoren de grootste Maya-talen tot landstaal, hiertoe behoren het Q’eqchi, het K’iche, het Mam en het Kaqchikel. In het dagelijks leven wordt de Spaanse taal gebruikt. Ook op vlak van bestuur en organisatie, wat tot gevolg heeft dat de gemiddelde Maya niet kan communiceren over deze onderwerpen in zijn eigen taal. Het verschil tussen Ladino’s en Indigena’s is in Guatemala nog erg duidelijk aanwezig.

Slechts een tiental jaar geleden leidde deze discriminatie tot een burgeroorlog. De guerrilla beweging, gesteund door de Indigena’s verzette zich tegen de overheid en het leger. Met bloedbaden tot gevolg. Het Guatemalteekse leger hanteerde een erg brute, gewelddadige techniek. Alles wat hen pad kruiste werd verbrand, ook het land. Doden werden niet begraven maar bleven liggen waar ze gestorven waren. Als je bedenkt dat het geloof van de Indigena’s draait om de natuur, het evenwicht tussen geven en nemen en het respect voor voorouders en gestorvenen kan je pas deels begrijpen hoe ingrijpend dit was. Vele Indigena’s zijn gevlucht naar het woud en hebben daar, in het beste geval, jaren moeten overleven. Vele ouderen stierven tijdens het vluchten of werden gedood in de oorlog, een ramp voor het doorgeven van tradities, riten, normen en waarden. Nog steeds is er dus spanning tussen de Indigena’s, die streven naar autonomie, recht op eigenheid en bestaan en de Ladino’s die hen dit niet geven.

In Nimlaha’kok, het dorp waar ik zal verblijven, trachten de bewoners zich te organiseren, hun stem te uiten en iets te doen aan hun situatie. Ze leven er voornamelijk van landbouw maar proberen een economie uit te bouwen. Ze worden daarin onder andere bijgestaan door de gemeente Herent die een stedenband met hen uitbouwde doorheen de jaren. Het is door deze stedenband dat ik voor het eerst met deze mensen in contact kwam. Een week geleden kwamen ze naar de KHL om mij en de Guatemadammen te vertellen over hun dorp en hun leven. In het Q’eqchi uiteraard, wat voor mij momenteel nog onverstaanbaar is. Laten we hopen dat daar snel verandering in komt. Gelukkig hadden ze vanuit Herent Bernard Dumoulin mee, vertaler van dienst en medewerker op de Noord-Zuiddienst in Herent.
Na een paar uur ben ik er dan ook van overtuigd dat dit is wat ik wil doen. Wat een wijsheid schuilt er in deze mensen, wat een diepgang en sereniteit. Ik word er meteen gelukkig van om hen bezig te zien. Spaans spreken ze echter niet, op drie mensen na dan. De jongeren in het dorp leren Spaans op school, maar iedereen communiceert er in het Q’eqchi. Ja, ik maak het me graag moeilijk. Internet en elektriciteit is er in het dorp zelden en dat is al uitzonderlijk wanneer je de dorpen in de buurt bekijkt. Nimlaha’kok is een onderdeel van Alta Verapaz en ligt drie uur van de stad Coban. Acht uur verder van Antigua dus waar mijn medestudenten zich bevinden en waar ik tot een week geleden ook mijn stageplek had.

Avontuur troef dus, helemaal back to basic in een dorp waar ik de taal niet spreek en de cultuur niet ken. Ik ga het echter niet alleen aan. Want Inneke, een andere Guatemadam, ziet dit project ook helemaal zitten. Zij spreekt al een aardig mondje Spaans dus dat vind ik persoonlijk wel geruststellend. Al blijft het spannend. Ik heb er ongelooflijk veel zin in maar ik vertrek met een klein hartje. Want ontworteld zijn in België is één ding, maar me dan ook nog eens verplaatsen naar een gemeenschap die ik niet ken en begrijp is nog heel wat anders. Uitdagingen genoeg, want dan begin ik nog niet over het feit dat ik een thesis moet schrijven over een onderwerp dat ik nog niet gevonden heb. Op een computer zonder internet en zonder elektriciteit. Soit, het komt goed want ik heb er zin in. Ik ga mij smijten. Bovendien is het zonder taal een hele andere manier van observeren en communiceren, ik ben benieuwd wat dat gaat geven.

Met wat geluk kan ik mijn avonturen met u delen, maar onthoudt dat geen nieuws goed nieuws is. Mail mij af en toe eens hoe het hier allemaal loopt of wanneer er vragen zijn. Ik zie u weer over zes maanden, het ga u goed.

2 Replies to “Miek Goes Maya”

  1. Een zonnecelletje kopen! Dan los je al dat probleem van elektriciteit op. Wel kijken dat je er eentje aanschaft die krachtig genoeg is om een laptop op te laden.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.