Omdat kaarslicht moeilijk leest.
Zachtjes werpt ge,
helder.
Licht in mijn donker.
Klein en teder,
leer ik lezen zonder op te branden.
Theelichtjesgewijs.
Knisper in mijn oren.
Zodat kraken tempert.
En verval zoeter klinkt.
Flakker met me mee.
Want iedereen is een beetje beroemd