We hebben alleen maar nu.
Het nazomert in mijn lijf en ik voel bijna al mijn vingers weer.
Gij zijt schoon als ge lacht en ik denk dat ik blijf plakken.
Ik koop op krediet, het beetje wat ge over hebt.
Schaarste doet mij tunnelzoenen. En ik sta te ver in het rood om uw interesten te betalen.
Als ge niet meer zonder kunt, is met misschien geen goed idee.
Tunnelzoent mij nog ne keer, wie weet gaan dan mijn ogen open.