Gast, chill een pak.

Onlangs kreeg ik te horen dat ik leef in pieken en dalen, dat constanten niet in mijn woordenboek staan. Ik ben blijkbaar of uitzinnig gelukkig, of onwaarschijnlijk depressief. Of dat een theorie is die op mij van toepassing is, daar laat ik u zelf maar over oordelen.

In elk geval moest ik daar even van slikken. Het feit dat anderen u zo diepgaand analyseren is toch altijd een beetje beangstigend. Meteen zie ik dan een vrijdagavond waarin persoon A met persoon B mijn gebrek aan constantheid bespreekt over een glas wijn. Eng, dat wel. Maar goed, dat doen we allemaal. Onder het motto van bezorgdheid, interesse of bij gebrek aan beter onderwerp. Schrikken dus, wanneer je dan een tijd later deze welgemeende observaties als vanzelfsprekende persoonlijkheidseigenschappen meekrijgt waarvan je niet wist dat je ze bezat. Dat het aan het denken zet, dat wel.

Ik kan me best voorstellen dat ik overkom als onevenwichtig, wie weet ben ik dat ook. Ik verdraai dat in mijn hoofd liever iets positiever om het zo: “een tikje impulsief” te noemen. De laatste jaren ben ik steeds meer op mijn buikgevoel gaan vertrouwen en steeds minder op wat ‘moet’. Niet dat ik af en toe eens geen hyperventilerende paniekaanval krijg omdat ik nog steeds geen man, kinderen of een huis heb. Maar goed, dat ter zijde. Mijn buikgevoel heeft me al meer dan eens met mijn gezicht tegen de muur doen lopen, blijkbaar is dat buikgevoel geen absolute wetenschap. Ik heb meerdere avonden op café gezeten, mijn emotionele monologen spuiend bij een glas bier tegen het slachtoffer van dienst. Wederom, merci daarvoor vrienden.

Voor al die keren dat ik met mijn gezicht tegen de muur liep, heb ik echter al evenveel vreugdedansjes gedaan voor de dingen die wél goed uitdraaiden. Dus kijk, ik ga niet klagen. Ik weet ook wel dat, zelfs wanneer ik klaag, ik eigenlijk nog mijn twee pollen mag kussen. Kijk, een mens moet af toe ook gewoon eens kunnen mekkeren natuurlijk.

Bon, ik ben hier dus heel deze aanloop aan het nemen om u het volgende te zeggen: “gast, chill een pak”. Of misschien iets prozaïscher  verwoord. Het is mij namelijk opgevallen hoeveel mensen mij op facebook aanspreken om mij te vertellen dat ze jaloers zijn op hoeveel ik reis. Gek want dat zijn meestal net die mensen die ik bewonder op de manier waarop zij hun leven bij elkaar lijken te hebben (huisje, boompje, beestje). En dan krijg ik de: “amai ik wou dat ik dat kon, maar ja werk he. Ik zit vast”. Jongens, ik hoop grondig dat ik nooit ‘vast’ zal zitten. Sla me om de oren wanneer ik u dat ooit meedeel alstublieft.

Dat hele ‘vast’ gedoe, dat is toch behoorlijk zelf geconstrueerd denk ik dan. Een huis is te verkopen, een baan op te zeggen, een hond mee te nemen. Kinderen, dat is een andere zaak natuurlijk. Dan zit je pas écht vast. Nee serieus, als je écht weg wil kan dat altijd. Er is maar een ding dat ‘moet’ en dat is stoppen met moeten.

Oh en ook zo van dat het gras altijd groener is aan de overkant. Echt, toen ik in Spanje zat hyperventileerde ik bij elke mail die ik terugkreeg na een sollicitatie met: “u bent helaas niet geselecteerd voor een gesprek”. Ik geloof dat het woord FUUUCKEEEEEEERSSSS, meermaals over mijn lippen is gegaan. Maar kijk, nu heb ik binnenkort een baan en een appartement. Na al dat gestress omtrent drie maanden Amerika (“Ohnee een gat in uwe cv manneke, zoude da wel doen?”) en een maand Spanje (“maar allez en gaat al uw spaargeld er niet door zijn?”) is het toch allemaal op zijn pootjes terecht gekomen. Al dan niet volgens mijn eigen, vooropgestelde, planning. Toegegeven, op momenten waar ik in de Essenza voor de miljoenste keer de rustgevende walvisgeluiden moest aanhoren twijfelde ik al eens of het wel allemaal de geode kant op ging. Of al dat reizen nu echt wel een goed idee was geweest en ik niet beter wat extra motivatiebrieven verstuurd had.

Achteraf kan ik dan nu opgelucht zeggen dat ik blij ben dat ik al mijn spaargeld opgemaakt heb met reizen. En ja, mijn nieuwe meubels zullen geen design zijn, laat staan zelfs IKEA. Ik zal misschien een maandje moeten wachten alvorens ik gordijnen koop. Maar mannen, hebben jullie al eens drie maanden op een boerderij in Amerika gezeten? Of naar Granada gereden in een aftandse wagen met een of andere louche kerel van Blabla-cars? Zonnen bij 20° in februari aan de Spaanse Costa? Ik ben zo blij dat ik gewoon gedààn heb in plaats van niet gedurfd.

God miljaar, ik zit waarschijnlijk op ne piek. Misschien doet mijn volgende (tikkeltje impulsieve) beslissing me weer zwaar tegen de muur lopen. Maar, om het met de woorden van mijn grootmoeder zaliger te verwoorden: “da pakken ze mij toch nimmeer af ze manneke”.

 

No regrets. En dat, lieve kinderen , lijkt me dan het belangrijkste.

4 Replies to “Gast, chill een pak.”

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.